Curiosa, maar wel alleen de oude variant. ‘Ons museumpje in Fochteloo wordt waarschijnlijk nog wel een keer zo groot’

Bas van der Pol en Georgette van ’t Hof. Piet Bosma

Een bord langs het fietspad met daarop de tekst ‘Koek en Zooitje’ zie je niet vaak. Het trekt niet alleen de aandacht, het vraagt ook om nadere inspectie. Om uitleg, het liefst. De schrijvers van de tekst zijn thuis. Ze heten Bas van der Pol (57) en Georgette van ’t Hof (54) en ze wonen in Fochteloo.

In de woning naast de sluis tussen Appelscha en Oosterwolde. Met de ooievaars in de tuin, dan weet iedereen het wel, zegt Georgette. Naast het bord staat ook een tafeltje met een parasol ter bescherming van de vers geplukte aardbeien en bessenjam tegen de felle zon. Een paar potjes zijn nog niet verkocht. Verderop staan tafeltjes en stoelen, ook in het gras, dat uitzicht biedt op de landerijen achter de woning. De gastvrijheid straalt er vanaf. En in de verte, in de schuur is ook een fornuis zichtbaar. Een op kolen gestookt exemplaar, zo lijkt het. Naar het zooitje worden we steeds nieuwsgieriger. Zal het daarop worden klaargemaakt?

De tekst gaat verder na de foto

‘Nee’, gaat Van der Pol verder. ‘Of hij nog werkt, weet ik niet. Hij is al een tijdje niet meer in gebruik.’ Het blijkt een verzamelitem. Van der Pol is gek op oude dingen. Het liefst zo oud mogelijk, maar ze moeten minstens honderd jaar oud zijn. ‘Niet alle oude spullen vind ik interessant hoor, ik moet er een gevoel bij hebben. De vormgeving is daarbij een belangrijk onderdeel’, legt hij uit. ‘Maar wat ik precies verzamel is lastig uit te leggen. Vandaar de naam ‘zooitje’.’ Zodra het bord bij de weg staat is zijn museum geopend en hij leidt geïnteresseerden erg graag rond. Maar eerst nog even terug naar de schuur met het fornuis. Er staan ook kledingrekken, dozen met boeken, zeepjes, een saxofoon.

‘Eigenlijk is dit mijn domein’, vertelt Georgette. ‘Dit is mijn winkeltje. Er is van alles te koop. Te beginnen met het fruit uit eigen tuin en de zelfgemaakte jam. Hier schenken we koffie en thee voor iedereen die maar wil. Iedere voorbijganger die even een pauze nodig heeft, is welkom om hier even plaats te nemen. En iedereen mag vervolgens even snuffelen door mijn winkeltje. Er staan wat spullen van Bas tussen, maar het zijn voornamelijk mijn spullen. Dingen die ik zelf maakte, restaureerde, maar ook ooit opgeduikelde dingen waar we meerdere exemplaren van hebben. Leuk speelgoed, emaille, blikjes, meubilair. Van alles dus. Het is onderdeel van een droom die we samen hebben.’ En die droom kan ongeveer omschreven worden als volgt: het stel is dol op oude authentieke spullen. Daarom wonen ze ook op de plek waar ze wonen, een woning die dateert uit het einde van de negentiende eeuw. Een prachtige plek, zo omschrijven ze. Ze proberen het zoveel mogelijk in oude staat te herstellen. ‘Daar hoort dus ook een moestuintje bij, vandaar het fruit’, beschrijft Georgette. ‘En we willen voorbijgangers graag laten meegenieten van onze hobby’s.’

De tekst gaat verder na de foto

Voor de hobby van Bas moeten we een deur verder. Een stoomtram die rijdt tussen Hoorn en Medemblik, een museumstuk die nog volledig in werking is om toeristen te vervoeren. Dat voertuig vormt de basis voor de verzameling van Bas. Hij was machinist op de tram toen hij twintiger was. En sindsdien is hij verknocht aan het voertuig. ‘Aan voertuigen’, voegt Georgette eraan toe. Aan apparaten ook. ‘Zolang het maar oude en authentiek is.’

En wanneer de deur binnengegaan wordt krijg je echt een lesje geschiedenis. ‘Ja, ik heb spullen in alle soorten en maten’, duidt Bas. Goed, even een kleine opsomming: een bakelieten emmer vol turf ‘we wonen tenslotte aan de Turfroute’, een lading fototoestellen, een tafelvoetbalspel, een brandweerspuit, een gifspuit, een typmachine ‘ook mooi’, een palingfuik naast een houten wasmachine van Miele ‘één van de eerste exemplaren waarschijnlijk’, iets waarvan hij niet weet wat het is, ‘maar de vorm vind ik mooi. Ik denk dat er graan mee gemalen werd’ en houten ski’s. In de woning is een speciaal vertrek gemaakt voor het museumpje. Een verder ernaast staat vol met nog minstens een keer zoveel spullen. ‘Daar moeten we nog wat mee. Het liefst richt ik ook die ruimte in als museum, maar het duurt nog even voordat dat klaar is.’

Shoppen doen ze veelal op rommelmarkten, brocantemarkten, bij kringloopwinkels en bij winkeltjes zoals die van ons.’ Wat het raarste is wat de twee vonden? Beiden: ‘De rolstoelen van hout.’ Ze tikten er drie op de kop, de één nog comfortabeler dan de ander. Stoelen die handgemaakt zijn, met een fluwelen stofje erop bijvoorbeeld. ‘Tja, wat moeten we ermee? Wij weten het ook niet, maar mooi zijn ze wel.’

Het museumpje en de winkel zijn niet met regelmaat geopend. Zodra er een bordje bij de weg staat, zijn de verzamelaars thuis en de curiosa te bezichtigen.

Bas is nog op zoek naar een oude telefoonpaal uit de jaren zeventig, die echt gebruikt is als zodanig. Hij wil zelf zo’n paal met verlichting installeren in de tuin. En ja: daar hoort ook een stroomdraad bij, die vanuit de woning door de lucht naar de paal loopt.

Reacties kunnen naar nieuweooststellingwerver@mediahuisnoord.nl

Nieuws

menu