Ooststellingwerf subsidieert stichting Weldadig Oord. 'Unesco Werelderfgoederen trekken veel bezoekers'

BUN/ Niek van der Oord

De gemeente Ooststellingwerf wil nadrukkelijk meeprofiteren van de Unesco-status van de Koloniën van Weldadigheid. Al geruime tijd wordt vanuit de gemeenteraad daar ook voor gepleit. Het college heeft nu besloten om een subsidie van 10.000 euro voor dit jaar te geven aan de stichting Weldadig Oord.

Deze stichting zet in voor marketing en promotie, productontwikkeling en samenwerking tussen de betrokken overheden, recreatieondernemers en cultuurinstellingen. Het doel van de stichting is om het (meerdaagse) toerisme en de leefbaarheid van het gebied te stimuleren.

De stichting is opgericht door ondernemers die nauw samenwerken met de musea (de Proefkolonie, het Gevangenismuseum en het Nationaal Vlechtmuseum) en bijna honderd recreatieondernemers in de regio, maar ook met de verschillende provinciale, regionale en lokale marketingorganisaties.

Ooststellingwerf wijst er in toelichting op het besluit op dat in het bijzonder Appelscha en het Fochtelooerveen op de route liggen van Frederiksoord naar Veenhuizen, beiden onderdeel van het Unesco Werelderfgoed Koloniën van Weldadigheid. ,,Voor het toerisme is dit een belangrijk gegeven, want Unesco Werelderfgoederen trekken veel bezoekers.’’

De Stichting Weldadig Oord wil dus het gebied aantrekkelijker en bekender maken voor potentiële gasten. Dit moet volgens het bestuur leiden tot een langer verblijf van toeristen, zal de bestedingen van deze toeristen verhogen en zal ook leiden tot meer werkgelegenheid in de recreatieve sector.