Gemeenteraad worstelt met kritiek op eigen falen rond Biosintrum

Het ontwerp van het Biosintrum. Eigen foto

Het Biosintrum is er gekomen omdat de raad van Ooststellingwerf het vooral wilde. Die conclusie van de Rekenkamercommissie wordt duidelijk niet door iedereen in de gemeenteraad omarmd, zo bleek dinsdagavond tijdens een commissievergadering over het gemaakte rapport. Er bestaat meer het gevoel dat de raad op basis van onvolledige informatie dit avontuur ingezogen is.

Vooraf was door de fracties afgesproken om deze vergadering alleen te gebruiken om vragen te stellen aan de onderzoekers. Dat moment van politieke weging komt eind januari wel. Maar reageren zonder er iets van te vinden was in de praktijk lastig. Tammo Munting van D66 zag in het rapport bevestigd wat hij allang wist. ‘De opgezette organisatie was volstrekt onvoldoende, de exploitatiebegroting was lachwekkend, scholen en banken wilden niet risicodragend participeren in het project, de gemeenteraad werd onjuist en te laat ingelicht over de oplopende kosten.’ De motie van wantrouwen tegen toenmalig burgemeester Oosterman als portefeuillehouder was dus terecht, zo zei Munting. ‘Maar het krijgen van een rode kaart maakt je nog geen slecht persoon.’

Raad niet kritisch genoeg

Commissielid Jan van Gelderen van Lokaal Sociaal Ooststellingwerf had grote moeite met het idee dat de raad te enthousiast was geweest over het financieel ontspoorde project. ‘Als je jaar in jaar uit hoort hoe geweldig het is, dat het geen cent extra kost, dan beïnvloed je de raad in de besluitvorming en de raad trapte daar in. Dan kun je toch niet ons het verwijt maken dat we te enthousiast waren?’ Voorzitter Tiny Ruiter van de Rekenkamercommissie kaatste de bal terug en wees raadsleden op de eigen verantwoordelijkheid. Simpel gezegd: de raad heeft volgens haar aantoonbaar nagelaten haar controlerende taak goed uit te voeren.

‘Er zijn momenten geweest dat je van raadsleden mocht verwachten dat ze nog eens kritisch hadden gekeken of ze wel alle antwoorden hadden gekregen van het college. Het kan niet zo zijn dat u zegt: we wisten het niet, we moesten wel ja zeggen. U kon vragen stellen en informatie inwinnen. Het is een beetje gemakkelijk om te stellen: we konden er niks aan doen, we zijn er per ongeluk ingetrapt. Dat ben ik niet met u eens.’ Er waren volgens Ruiter best instrumenten geweest waar de raad geen gebruik van gemaakt heeft. Er is geen second opinion gevraagd, er was geen startnotitie, er zijn niet diverse scenario’s uitgewerkt.

Van Gelderen: ‘We krijgen nu een veeg uit de pan, we zijn goedwillende amateurs, we moeten afgaan op informatie van het college. We kunnen niet weten wat we niet weten.’ Maar Ruiter hield vast aan haar mening, dat iedereen bij zo’n proces zijn eigen rol dient op te pakken. ‘Misschien bent u wel wat te gemakkelijk akkoord gegaan met toezeggingen, die achteraf niet waar waren. U had kritischer moeten zijn en wij willen met aanbevelingen voorkomen dat het weer gebeurt. Er zijn heel veel leermomenten.’

Voor Tammo Munting van D66, de enige partij die tegen het project was, was het verhaal Van Gelderen niet acceptabel. ‘Nee zeggen was niet moeilijk, dat is ook gebeurd. U kunt de schuld wel geven aan het college, maar u heeft er mee ingestemd. Waarom stemt u met iets in wat u niet kon beoordelen?’ Van Gelderen: ‘Achteraf kun je de kont van de koe wel goed bekijken….’

Rik Berends van GroenLinks: ‘Je kunt wel kijken wat de koe gaat eten. Als er toezeggingen worden gedaan moet je kritisch zijn op wat er mee gebeurt. We hebben er teveel vergeten. En bij losse eindjes moet je een besluit uitstellen. Dus niet blind zijn voor de realiteit. Dat hebben we geleerd.’

Hij sprak over onvoorziene kosten, die best wel te voorzien waren. Neem alle onduidelijkheid over het niet doorgaan van een bancaire lening. Dat banken het lenen te riskant vonden is net als het sterk aanpassen van het ontwerp van het pand nooit prominent in een raadsvoorstel benoemd. Volgens de commissie is de raad te vaak indirect door het college geïnformeerd. Maar hoe kun je volgens Jakob Baar van de VVD als raad oordelen over informatie die je niet krijgt?

Bewust misleid?

Ruiter: ‘We hebben niet constateren dat er bewust informatie is achtergehouden, maar er is wel informatie te laat en dus onvolledig gegeven.’ D66 denkt daar anders over. Munting had in een raadsvergadering naar de bancaire lening gevraagd. ‘Er is toen niet meegedeeld dat de bank niet wilde, ik heb er expliciet naar gevraagd.’ Dat de bank niet wilde lenen was volkomen flauwekul, zo werd Munting gemeld. ‘Dat is bewust de raad misleiden. Het college mag niet jokken.’

Maar begin 2017 werd door de projectleider in de raad nog gemeld dat er gesproken werd met meerdere banken. De commissie is in het onderzoek niet verder gekomen dan overleg met één bank, dat al snel stopte. In ieder geval koos het college er voor om tegenvallers niet direct te melden aan de raad. Er werd eerst gepoogd intern er een oplossing voor te vinden, want dan hoefden ze er niet mee naar de raad. Pas als dat niet lukte werd de raad geïnformeerd. En ergens is ook het probleem van de verrekening van de BTW uit het zicht van de raad verdwenen en tot aan vandaag de dag niet opgelost. Onafhankelijk raadslid Simon ter Heide noemde dat ‘lachwekkend’.

Een niet compleet verhaal

Ter Heide meldde dat er tijdens niet genotuleerde bijeenkomsten flinke druk is uitgeoefend om het project te laten doorgaan. ‘We werden gedwongen het goed te vinden, omdat er geen enkel risico was. Er werd verteld wat we allemaal wel niet verkeerd deden als we dit lieten lopen, hoeveel bedrijven zich wel niet zouden vestigen…. Er zijn daar dingen gebeurd, die helaas door de onderzoekers niet achterhaald zijn. En daar zijn bepaalde mensen in deze zaal heel erg bij betrokken geweest.’ Ook Wolter Slager van Wij Lokaal worstelde met het gevoel dat bepaalde zaken in het rapport niet benoemd zijn. ‘Een niet compleet verhaal.’ Tammo Munting van D66 deed daarom de suggestie om alsnog te besluiten tot een raadsenquête, een aanvullend eigen onderzoek.

Munting meldde bijvoorbeeld dat hij gefundeerd vermoedens heeft dat er wel degelijk een voorbereidend haalbaarheidsonderzoek heeft plaatsgevonden, zonder dat de raad daarover geïnformeerd is. Volgens die commissie ging dat onderzoek niet specifiek over het Biosintrum. Sierd van Weperen van de VVD vond het onbegrijpelijk dat toenmalig wethouder van financiën Engbert van Esch niet door de commissie ondervraagd is. ‘Hij is twaalf jaar geweest, een zeer betrokken wethouder, die nodigt u niet uit. Ik had wel willen horen of hij buitenspel heeft gestaan. Er moet toch veel meer fout zijn gegaan.’ De commissie is niet bereid om hem alsnog te interviewen. Ruiter: ‘We hebben heel veel documenten bestudeerd, het valt of staat niet met nog een interview. Hiermee moet u het doen. Dit is verantwoord.’

In 2016 stemde de raad in met de komst van het Biosintrum. GroenLinks wilde van de Rekenkamercommissie weten of je dan een jaar later nog de ruimte had om alsnog op de rem te trappen. ‘Was dat redelijkerwijs mogelijk?’ De onderzoekers waren duidelijk over: ‘ja, want pas eind 2017 ging pas de eerste schop de grond in, zonder dat er grote verplichtingen waren.’ Wolter Slager: ‘Pas bij de opening hoorden we dat er geen laboratorium was en geen keukenfaciliteiten. Stoppen met een half gebouw?’

In ieder geval was het de gemeenteraad dus volgens Slager nooit duidelijk wanneer er dan momenten waren om alsnog nee te kunnen zeggen tegen het Biosintrum. Conclusie: De bouw van het Biosintrum was een te complex project voor deze gemeenteraad. Maar als je het niet kan beoordelen, dan moet je volgens Ruiter dus geen ja zeggen, zelfs als je het misschien wel heel graag wilt. Sierd van Weperen erkende dat de VVD akkoord is gegaan met een project dat eigenlijk helemaal niet goed voelde.

Politiek oordeel in januari

Het politieke eindoordeel over de rol van het college volgt in de raadsvergadering op 25 januari. Er was een tandem van burgemeester, gemeentesecretaris en ambtelijk projectleider verantwoordelijk voor het dossier Biosintrum. Ze zijn allemaal van het toneel verdwenen. De vertrokken projectleider heeft eigen stukken, die de commissie blijkbaar niet heeft gezien. Maar onderzoeker Herbert ter Beek zei toch een behoorlijk beeld te hebben. ‘Ambtelijk was de inbedding onvoldoende. Betrokken ambtenaren hadden onvoldoende zicht op het geheel. Maar we hebben geen beeld van eenmansacties. We hebben ook geen beeld van felle discussies binnen het college.’

Nieuws

menu