Oude kades in Fochteloërveen worden vervangen door zand en leemkades. Daarmee wordt er voor gezorgd dat meer dan 300 zeldzame dieren en planten een geschikt leefgebied vinden

Er wordt de komende drie jaar tot 30 miljoen euro gestoken in het repareren van lekke en verzakte kades. Rens Hooyenga
Daarmee wordt er voor gezorgd dat meer dan 300 zeldzame dieren en planten hier blijvend een geschikt leefgebied vinden. Het herstellen van de waterhuishouding is essentieel.
Verdroging
Om het hoogveen te behouden is het van belang het regenwater beter vast te houden. Hiervoor zijn er rond de eeuwwisseling houten kades aangelegd. Dat werkte goed zolang het hout onder water stond. De kades door toenemende verdroging in contact gekomen met lucht en zijn gaan rotten. Gevolg is dat water minder goed wordt vastgehouden en het gebied verder verdroogt. Daarbovenop stimuleert de hoeveelheid stikstof die in het gebied neerdaalt de groei van bomen, struiken en grassen waardoor er nog meer water verdampt en de verdrogingsschade toeneemt.
Lange levensduur
Om de natuur in het Fochteloërveen te laten overleven is het volgens Natuurmonumenten noodzakelijk nu in te grijpen. De oude kades worden vervangen door zand en leemkades, een beproefde methode met een lange levensduur. Hierdoor wordt regenwater vastgehouden in het gebied en krijgt veenmos, de basis van een levend hoogveen, de kans om weer aan te groeien. Natuurmonumenten streeft naar een zelfregulerend, toekomstbestendig levend hoogveen.
Ecoloog kijkt mee
Dat betekent dat er de komende jaren vrachtwagens en graafmachines in het gebied aan de slag moeten om ruim 50 kilometer kades te vervangen. Het afgelopen jaar is Natuurmonumenten bezig geweest met voorbereidingen. Inmiddels is in het gebied met de werkzaamheden gestart. Tijdens de werkzaamheden kijkt er voortdurend een ecoloog mee om onnodige schade te voorkomen en gedurende het broedseizoen wordt (tijdelijk) gestopt met de werkzaamheden. Alle schade aan de natuur voorkomen tijdens de werkzaamheden is volgens de natuurorganisatie een illusie. ,,Tegelijkertijd weten we dat als we niets doen, de schade op de langere termijn veel groter is. Dan raken we soorten definitief kwijt.”