Mijn werk: Ingenieur Eelke Rijpkema uit Makkinga. ‘Laat mij maar buiten’

Eelke Rijpkema. Anne Westerhof
Hij is hier op z’n plek, toezichthoudend bij de uitvoering in het veld. Hij controleert of de werkzaamheden wel volgens bestek worden uitgevoerd. Daarnaast is hij ook omgevingsmanager en is de spin in het web voor de stakeholders. Voor MUG houdt hij zich ook bezig met de voorbereiding van werken zoals ontwerpen en het maken van bestek.
De tekst gaat verder na de foto
Eelke Rijpkema (1965) zag het levenslicht in Snikzwaag, een gehucht onder de rook van Joure. Zijn vader, boer van origine, stopte om bij DE te gaan werken. Rijpkema werd Friestalig opgevoed en volgde na de basisschool de landbouwschool. Boer worden op de moderne manier met ligboxenstallen trok hem niet, hij wilde iets met de natuur, maakte zich daar toen al zorgen over. Een leraar wees hem op de mogelijkheid van een opleiding in bosbouw en cultuurtechniek in Velp en dat bleek een schot in de roos. Hierna wilde hij niet doorleren maar werken. Want met een hogere opleiding grote projecten vanachter de kantoorramen bedenken zag hij niet zitten. Rijpkema wilde het veld in, bij de mensen staan die het werk klaren, die met de benen in de klei staan. Daar heeft hij bewondering voor en steekt dat niet onder stoelen of banken. Hij staat nog vierkant achter deze keuze: „Laat mij maar buiten”.
Eelke Rijpkema begon zijn loopbaan bij de Heidemij, tegenwoordig Arcadis, en maakte in 2015 de overstap naar MUG. Het grootschalige werd omgeruild voor een kleinere onderneming en dat paste bij zijn ambitie. MUG-ingenieursbureau werkt in opdracht van lokale overheden, natuurorganisaties, waterschappen, infra etc. Ontwerp-, advies- en ingenieursdiensten vormen de corebusiness van de private organisatie. Eelke Rijpkema heeft hier zijn draai gevonden en zijn taak als toezichthouder vult hij in door met de mensen samen te werken. Delegeren en taken opleggen, daar is hij de man niet naar.
Molenaar
Vanwege de baan in de drie noordelijke provincies verhuisde Eelke Rijpkema in 1992 met echtgenote Aaltje vanuit het westen naar Makkinga. In het dorp werd hij al snel benaderd voor allerlei functies in besturen en verenigingen. Voor de integratie was dat een pluspunt en bovendien steekt hij graag de handen uit de mouwen. „Ik ben geen stilzitter.” Een vraag in de dorpskrant voor een vrijwilliger bij de molen De Weyert bracht hem daar hij in 2002. Het toeval wilde dat er ook een een opleiding tot molenaar startte en Rijpkema behaalde daarvoor het diploma. Nu staat hij minstens eens in de drie weken te draaien in weer en wind. En het is nog steeds zijn passie. Zijn rol als netwerker en verbinder in zowel zijn baan als in het vrijwilligerswerk wordt gewaardeerd. In april ontving hij een officiële onderscheiding in de orde van Oranje-Nassau.
De tekst gaat verder na de foto
Kade
Terug naar Natuurmonumenten naar het project in het Fochtelöerveen. In de komende jaren wordt hier ruim 50 kilometer kade vernieuwd en hersteld. Om het hoogveen te behouden is het van belang het regenwater beter vast te houden. Hiervoor zijn er rond de eeuwwisseling houten kades aangelegd. Dat werkte goed zolang het hout onder water stond, maar de kades zijn door toenemende verdroging in contact gekomen met lucht en zijn gaan rotten. Met als gevolg dat water minder goed wordt vastgehouden en het gebied verdroogt Door een betere waterhuishouding kan het veenmos, dat voor 98% uit water bestaat zich gaan herstellen. Dit is tevens belangrijk voor de afvang en opslag van CO2, maar fungeert ook als klimaatbuffer en is een soort groene airco omdat het gebied veel warmte opneemt. Het hoofddoel is het behoud van biodiversiteit want het zorgt dat meer dan 300 zeldzame dieren en planten hier blijvend een geschikte biotoop vinden. Ecologen en archeologen zijn betrokken bij de uitvoering. De pleistocene zandlaag die archeologisch beschermd is mag niet beschadigd worden evenals de daarop liggend gliedelaag.
Bij het ontgraven van het veen blijft men 30 cm boven de zandlaag, zodat deze niet beschadigd wordt. Tijdens de werkzaamheden kijkt er een ecoloog mee om onnodige schade te voorkomen. Eelke Rijpkema coördineert deze ecologische en archeologische begeleiding.
Botsing met een das
Dat een ongeval in een klein hoekje zit bleek vorig jaar. Eelke Rijpkema had een aanrijding met een das, toevallig ook in het Fochteloërveen. De das ramde het voorwiel van z’n fiets waarbij hij ongelukkig op het wegdek belandde. Zijn fietsmaat alarmeerde de hulpdienst en de medici constateerden een hersenkneuzing (ondanks de helm). Al met al duurde de revalidatie driekwart jaar. Het was een moeilijke tijd met vallen en opstaan. De therapie vanuit Revalidatie Friesland bracht hem verlichting. Hij leerde zichzelf hierdoor beter kennen door eerder pas op de plaats te maken. „Ik ben er beter uitgekomen.” En nu is hij weer aan het werk.
Als molenaar van de molen is hij ook betrokken bij het project ‘Van Akker naar Bakker’. Het initiatief, behelst een samenwerking tussen korenmolen De Weyert, bakkerij Nijstad en Biodivers Cultuurland Ooststellingwerf en de teler. De opzet is om in samenwerking te produceren, waarin de lijnen kort zijn (lokaal) en biodiversiteit centraal staat.
De twee banen, toezichthouder en molenaar, vormen de komende jaren nog wel een belangrijke rol voor Rijpkema. Hij zou het fijn vinden dat het project van Akker naar Bakker, waarvan op onlangs het eerste brood werd gepresenteerd, een vliegwiel is voor uitbreiding. Dat de molen beroepsmatig bemenst gaat worden is ook een grote wens. En wat hem zelf aangaat: ‘Meer ruimte nemen om te genieten en minder tijd besteden aan altijd bezig zijn.